Sikkens Prize
Sikkens Prize winnaars Structure

Structure; Joost Baljeu, Charles Biederman, Jean Gorin, Dick van Woerkom

De Sikkens Prize kent in 1962 een vijftal winnaars: beeldend kunstenaars Jean Gorin, Charles Biederman en Joost Baljeu, architect Dick van Woerkom en tijdschrift Structure (1958-1964), opgericht door Baljeu. Zij ontvingen de prijs voor de opleving van het constructivisme en de verbeelding van universele wetten in de lijn van De Stijl, met als doel: de algehele vernieuwing van onze sociale omgeving, van huis tot stad.

Neo-constructivisme

De onderlinge overeenkomst tussen de laureaten van 1962 is het (neo-)constructivisme dat in het verlengde ligt van De Stijl en Malevich. De vier zijn eveneens vertegenwoordigd op de tentoonstelling ‘Experiment in constructie’ die het jaar daarvoor in het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft plaatsgevonden. Bovendien komen allen in het blad Structure voor. Bij de uitreiking van de prijs aan Structure c.s. wordt de motivatie van de commissie als volgt verwoord: “wij zijn blij met deze opleving van het constructivisme en plaatsen deze derde Sikkens Prize in de lijn van de twee voorgaande: Rietveld – spatiaal colorisme – Structure.”

Tijdschrift Structure

In dit Engelstalige internationaal gerichte tijdschrift stond de synthese tussen architectuur en beeldende kunst centraal. Er werd stelling genomen tegen de ‘golf van een ongebreidelde chaos die de naoorlogse beeldende kunst overspoelde’, en men tekende verzet aan tegen de l’art pour l’art houding die tachisme, Action Painting, Brutalisme en neo-Realisme kenmerkte, volgens de redactie. In plaats daarvan stelde men zich op een positief standpunt door de overtuiging dat een nieuwe opbouw van de wereld mogelijk was en men wilde dit verwezenlijken door een steeds verdergaande synthese der kunsten. Het achterliggend doel was de integratie van kunst en samenleving, waarbij de abstracte harmonie opgevat moest worden als metafoor voor een rechtvaardige en gelukkige moderne maatschappij. De koppeling esthetiek-ideologie-realiteit bleef echter vaag en gratuit. Hoe de omslag van theorie naar praktijk gemaakt moest worden bleef onduidelijk, zoals meestal bij dit soort idealisme.

Experiment in constructie

Tijdens de hierbovengenoemde tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam werd werk getoond van acht kunstenaars uit verschillende landen, die allen in de neo-constructivistische richting werken. Hun abstract-geometrische schilderijen, sculpturen en maquettes zijn uiterlijk sterk aan elkaar verwant. Joost Baljeu was mede-organisator en publiceerde in de tentoonstellingscatalogus de tekst ‘De nieuwe beeldende uitdrukking’, welke getuigde van een veranderde opvatting van de werkelijkheid: De natuur als zichtbare werkelijkheid is niet langer uitgangspunt voor deze nieuwe kunst, maar de verbeelding van universele wetten, immateriële vormprincipes die aan de kosmos ten grondslag liggen. De nieuwe beeldende uitdrukking is geen weergave van deze werkelijkheid, maar vertaalt deze: een proces van intensiteit van verinnerlijking. Zij schept geen vormen maar plastische verhoudingen. De nieuwe beeldende uitdrukking is positief. In plaats van het zoeken naar het eigen ik, stelt zij de individuele mens als deel van de samenleving en elke bijdrage tot de gemeenschap als haar hoogste streven. Het is hierom dat de nieuwe beeldende uitdrukking tegelijk de algehele vernieuwing van onze sociale omgeving voorbereidt: van huis tot stad.