Sikkens Prize
Mondrian Lecture Rudy Kousbroek

Rudy Kousbroek

Nederlands schrijver Rudy Kousbroek (1929 – 2010) hield in 1983 de derde Mondrian Lecture. Zijn lezing Pigments of imagination gaat over de functie en waarneming van kleuren.

Rudy Kousbroek

Het (gebrekkige) herinneren van kleuren

Kousbroek begint zijn lezing met zijn herinnering aan zijn eerste omhelzing op tien-jarige leeftijd, bij de w.c.-hokjes van het zwembad uit zijn jeugd in Indië. Toen hij daar veertig jaar later terugkwam was alles precies zoals hij het zich herinnerde: de deuren, het hout, het cement, alsof hij er een kwartier geleden nog geweest was. Het enige wat hij niet herkende was de kleur lichtblauw van de hokjes. De hele gebeurtenis was tot in detail in zijn geheugen gegrift, alleen dat ene element – de kleur – kon hij zich niet herinneren.

Dit is een algemeen bekend verschijnsel, het gebrekkige vermogen van de meeste mensen om zich kleur te herinneren, nog afgezien van het beperkte arsenaal van woorden die voorhanden zijn om een kleurherinnering adequaat te beschrijven. Josef Albers, de Bauhausdocent bekend om zijn kleurentheorie, zette dit povere visuele geheugen af tegen het veel sterkere auditieve geheugen, dat ons bijvoorbeeld in staat stelt om een slechts één- of tweemaal gehoorde melodie te herhalen.

Kleurwaarneming

Kousbroek gaat in op enkele wetenschappelijke proeven in kleurwaarneming waaruit blijkt dat de mens niet zozeer objectief waarneemt, maar kleuren in zijn brein samenstelt op een manier die door allerlei omstandigheden en stimuli te beïnvloeden zijn. De kleuren die wij zien zijn pigmenten van de verbeelding. Vervolgens gaat Kousbroek in op een aantal kwesties met betrekking tot kleur, zoals waartoe de prachtige vormen en kleuren dienen van schelpen en weekdieren die door het zwakke oog van soortgenoten niet waargenomen kunnen worden of zelfs in de duisternis van de diepzeebodem onzichtbaar zijn. Of het feit dat dromen voor vele mensen geen kleur hebben, wat verklaarbaar zou zijn door het gegeven dat kleuren het eerst vergeten worden; of het omgekeerde, dat kleur achteraf aan dromen worden toegevoegd. Het feit dat kleurenblindheid pas in de 17de eeuw beschreven werd en in de 19de eeuw wetenschappelijk onderzocht, is een volgende aanwijzing dat kleur kennelijk niet echt belangrijk is voor het bestaan.

Het nut van kleur

Waar dienen kleuren voor? Kousbroek stelt de vraag vanuit verschillende invalshoeken, maar een antwoord heeft hij niet. De tekst, die door Kousbroek bewerkt zou worden, is niet als Sikkens-publicatie verschenen en de onbewerkte versie, waar bovenstaande samenvatting op is gebaseerd, is verschenen in Verfkroniek, het personeelsblad van Sikkens.